Tekort aan kennis over veganisme tijdens zwangerschap

Vrouwen hebben behoefte aan meer informatie over hoe zij veganistisch kunnen blijven eten als ze zwanger zijn. Veel gynaecologen, verloskundigen en ook diëtisten hebben nog niet voldoende kennis over dit onderwerp. Dat blijkt uit een studie van Deidre Meulenbroeks, onderzoeker en gynaecoloog in opleiding in het Maastricht UMC+ en Máxima MC.

Ervaringen van zwangeren

In haar onderzoek organiseerde Meulenbroeks eerst groepsinterviews met 20 veganistische vrouwen die zwanger waren of recent waren bevallen. Deze vrouwen vonden dat gynaecologen en verloskundigen vaak niet positief zijn over een veganistisch eetpatroon tijdens de zwangerschap. Bovendien vonden de vrouwen het moeilijk om voldoende betrouwbare informatie over hun eetpatroon te krijgen, van zowel gynaecologen en verloskundigen als van diëtisten.

Kennis bij gynaecologen en verloskundigen

Vervolgens vulden 121 verloskundigen en 179 gynaecologen een vragenlijst in. Hierin gaf 60 procent van de verloskundigen en 24 procent van de gynaecologen aan in het eerste consult te vragen naar de eetgewoontes. Zo’n 66 tot 75 procent van de ondervraagden zegt te weinig kennis over een veganistisch dieet te hebben. Ruim 80 procent van de verloskundigen en 94 procent van de gynaecologen beschouwt een veganistisch eetpatroon als een significante risicofactor voor nutriëntentekorten tijdens de zwangerschap, maar bijna niemand raadt het af. De meerderheid van zowel de verloskundigen als de gynaecologen vindt dat zij wel de belangrijkste persoon zijn om de zwangeren hier informatie over te geven. Zwangere veganistische vrouwen doorverwijzen naar een diëtist gebeurt weinig; slechts 25 procent van de verloskundigen en 15 procent van de gynaecologen doet dit.

Diëtisten

Daarnaast vroeg Meulenbroeks ook 111 diëtisten naar hun kennis over het veganistisch eetpatroon voor zwangeren. Bijna een kwart van deze diëtisten had het afgelopen jaar minstens 1 veganistische zwangere gezien. Slechts 39 procent van de diëtisten zegt voldoende kennis te hebben om deze vrouwen goed te kunnen begeleiden. Bijna alle diëtisten (96 procent) zeggen dat hier in de opleiding geen aandacht aan is besteed. Ook zegt 96 procent er wel meer over te willen leren door middel van conferenties, een cursus of een nationaal protocol. Zelf zouden ze hun informatie zoeken op de site van het Voedingscentrum, in het Nederlands Tijdschrift voor Voeding & Diëtetiek, bij collega’s of via andere informatiebronnen, zoals websites of wetenschappelijke onderzoeken.

Suboptimale zorg

Meulenbroeks concludeert dat de zorg voor zwangere vrouwen met een veganistisch voedingspatroon nog suboptimaal is. Er is meer kennis nodig bij de zorgverleners, en bij diëtisten, zeker omdat het aantal mensen dat veganistisch eet toeneemt. Ook zouden duidelijke richtlijnen behulpzaam zijn. Het aantal mensen dat iedere dag veganistisch eet, ligt rond de 1,5 procent. Bij een bevolkingsgrootte van 17,4 miljoen zijn dat 261.000 mensen. Er worden jaarlijks 170.000 kinderen geboren. Het gaat dus om ongeveer 2500 zwangere veganistische vrouwen per jaar.

Bron: Nutrients