Leefstijl in meer dan helft van richtlijnen

In meer dan de helft van de para(medische) richtlijnen komen leefstijlaspecten aan bod, maar vaak is het wel verstopt en kunnen de adviezen concreter. Dat blijkt uit een analyse van 195 richtlijnen, uitgevoerd door een werkgroep van Coalitie Leefstijl in de Zorg.

Weinig aandacht voor roken

De werkgroep was verrast dat leefstijl in zoveel richtlijnen aan bod komt. Zo staan er in richtlijnen in de curatieve zorg vaak aanbevelingen over bewegen en voeding. Slaap en middelengebruik komen juist relatief vaak aan bod in richtlijnen van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Opmerkelijk genoeg wordt roken relatief weinig genoemd in de richtlijnen, terwijl roken in de zorg de belangrijkste leefstijlfactor is. De commissie denkt dat het mogelijk te maken heeft met de verhouding tussen ziektespecifieke en meer generieke richtlijnen. Roken speelt generiek op alle niveaus een belangrijke rol en mogelijk denkt men daarom dat het in een andere aanpak al aan bod is gekomen. Terwijl dat in de praktijk dus zeker niet altijd het geval blijkt te zijn.

Formuleringen kunnen concreter

De formuleringen over leefstijl vragen nog wel aandacht. Het is nu vaak in algemene bewoordingen in de richtlijnen opgenomen, zoals “Bespreek de rol van voeding met de patiënt.” Het handelingsperspectief voor de arts ontbreekt. Moet de arts dan verwijzen naar de Schijf van Vijf of naar een diëtist? De formuleringen kunnen dus concreter. Het lastige daarbij is wel dat er vaak nog geen wetenschappelijke evidentie is, waardoor de formuleringen worden afgezwakt. Maar het is bij leefstijl methodologisch lastig om effectiviteit op harde eindpunten aan te tonen.

Te streng in de leer

Als voorbeeld noemt de werkgroep dat er in de huisartsenzorg diverse trials geweest zijn over de rol van bewegen bij diabetes. Vaak zonder harde eindconclusies. Terwijl iedereen weet dat bewegen goed is bij diabetes. Door alleen in algemene bewoordingen beweging te benoemen in de richtlijnen, is men volgens de commissie te streng in de leer. Duidelijke handelingsperspectieven maken het zorgverleners makkelijker en helpen artsen om de patiënt te faciliteren in leefstijlveranderingen, aldus de commissie.

Vervolgtraject

De commissie geeft aan dat er nog een vervolgtraject komt, onder meer om te kijken hoe er moet worden omgegaan met evidence rondom leefstijl in de richtlijnen. Het streven is verder dat leefstijl ook wordt meegenomen in de revisiecyclus van richtlijnen, zodat leefstijl een vast onderdeel wordt van de zorgverlening.

Bron: Coalitie Leefstijl in de Zorg

Gepubliceerd op 11 juni 2024

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.