Vet als zesde smaak en andere nieuwe inzichten over vet

Een eiwitrijke, koolhydraatarme voeding kan gewichtstoename na gewichtsverlies voor circa een derde verminderen. En verhoging van het HDL-cholesterolgehalte blijkt niet gepaard te gaan met verlaging van het risico op hart- en vaatziekten. Dat zijn enkele opvallende conclusies van het VoedingNL21 congres “Vet en metabole gezondheid”, dat op 10 juni is bijgewoond door circa 30 deelnemers in Utrecht en circa 120 deelnemers digitaal. Nog een opmerkelijke conclusie: vet is waarschijnlijk de 6e smaak (naast zoet, zuur, zout, bitter en umami)!

Gewichtstoename na afvallen voorspellen

Na een periode van afvallen is er bij mensen vaak sprake van gewichtstoename, maar daarbij zijn er wel veel individuele verschillen. Sommige mensen komen weer net zoveel kilo’s aan als ze verloren hebben, of zelfs meer, terwijl andere mensen wel op hun lagere gewicht blijven. Is vooraf te voorspellen wie goed op gewicht blijft en wie weer aankomt na een afslankdieet? Emeritus prof. dr. Marleen van Baak (emeritus hoogleraar fysiologie van obesitas vaan Universiteit Maastricht) deed er onderzoek naar. Ze keek wat er gebeurde met het vetweefsel als iemand gewicht verliest. Ze ontdekte dat het kleiner worden van de vetcellen bij afvallen leidt tot stressreacties en inflammatie in de vetcellen. Hierdoor neemt de capaciteit om vet op te nemen toe en wordt de lipolyse geremd; het lichaam maakt zich als het ware klaar om weer vet op te nemen in de vetcellen. Van Baak ontdekte ook dat het herstellen van stressreacties in de vetcellen verschilt tussen mensen. Mensen met meer tekenen van stress in de vetcellen bleken ook degene te zijn die het meest in gewicht aankwamen na afvallen. En mensen waarvan de vetcellen snel herstellen van stress, blijken juist beter op gewicht te blijven. Dit resultaat betekent dat je kunt voorspellen wie na gewichtsverlies weer aankomt en wie niet. Maar het testen van stressreacties in vetcellen is nog niet beschikbaar voor de dagelijkse praktijk. En ook is nog niet duidelijk hoe stress en inflammatie in vetcellen en het herstel daarvan is te beïnvloeden.

Eiwitrijke voeding goed voor gewichtsbehoud

Wat zijn dan wel goede strategieën voor gewichtsbehoud na afvallen? Ook daar heeft Van Baak onderzoek naar gedaan. In een systematische review en meta-analyse heeft ze verschillende voedingsfactoren onder de loep genomen, van vezels tot groene thee en van glycemische index tot geconjugeerd linolzuur (CLA). Ze concludeert dat een eiwitrijke voeding (circa 25 energieprocent eiwit) gepaard gaat met minder gewichtstoename. Volgens haar kan circa een derde van de gewichtstoename hiermee worden voorkomen. Het gaat dan specifiek om voedingspatronen waarin de hoeveelheid eiwit verhoogd is ten koste van koolhydraten. Een eiwitrijke, vetarme voeding lijkt volgens haar geen effect te hebben. En hoe zit het met beweging? Volgens Van Baak is de rol van beweging alleen overtuigend aangetoond bij gewichtsverlies. Er zijn wel aanwijzingen dat het ook het geval is bij gewichtsbehoud, maar daar is nog geen sluitend bewijs voor. Overigens lijkt het wel aannemelijk. Bovendien heeft beweging meerdere gezondheidseffecten en zou het volgens Van Baak daarom altijd onderdeel van de adviezen bij overgewicht moeten zijn.

HDL-cholesterol: functie is belangrijker dan gehalte

Een andere presentatie ging over het belang van het HDL-cholesterolgehalte. We weten al 30 jaar dat een hoog HDL-cholesterolgehalte gepaard gaat met een laag risico op hart- en vaatziekten. Maar vreemd genoeg heeft verhoging van het HDL-cholesterolgehalte geen effect op het risico op hart- en vaatziekten. Dat vertelde prof. dr. Jogchum Plat (hoogleraar fysiologie van de voeding aan Universiteit Maastricht). De eerste twijfels over het belang van de hoogte van het HDL-cholesterolgehalte ontstonden volgens hem nadat er meta-analyses waren gedaan naar het effect van een plantaardige voeding. Dit voedingspatroon staat erom bekend gunstig te zijn voor hart- en bloedvaten. Bij een plantaardige voeding blijkt echter zowel het LDL-cholesterolgehalte als het HDL-cholesterolgehalte te dalen. Uit ander onderzoek, naar HDL-verhogende medicatie, bleek geen effect op het risico op hart- en vaatziekten. Bovendien bleek uit genetische studies dat mensen met een genetisch verhoogd HDL-cholesterolgehalte geen lager risico op hart- en vaatziekten hebben. Kortom: verschillende soorten studies laten geen rol zien voor het HDL-cholesterolgehalte. Ook het belangrijkste eiwit in HDL (ApoA-1) blijkt geen voorspeller voor het risico op hart- en vaatziekten. Toch moeten we HDL-cholesterol volgens Plat niet meteen afschrijven. Wel moeten we minder kijken naar de hoeveelheid HDL-cholesterol en meer naar de functie van HDL. HDL speelt een belangrijke rol bij het uitscheiden van cholesterol: het haalt cholesterol uit plaques in de vaatwand en vervoert het cholesterol naar de lever, waarna het via gal wordt uitgescheiden. Maar Plat vertelde dat het ook draait om de kwaliteit van het HDL-cholesterol: HDL van slechte kwaliteit kan zijn functie als cholesteroluitscheider verliezen en zelfs pro-inflammatoir worden. Volgens Plat kijken wetenschappers daarom nu steeds meer naar het functioneren van HDL: naar de mate van cholesteroluitscheiding (de zogenoemde cholesterol efflux capacity). Hoewel daar nog geen eenduidige meetmethode voor is, wijzen de eerste onderzoeken erop dat dit wél een goede voorspeller voor hart- en vaatziekten is.

Smaakonderzoekers: vet is de 6e smaak

Vet geeft romigheid en vooral de combinatie van die romigheid met suiker vinden we als mens zeer aantrekkelijk. Maar is vet ook een smaak, net als zoet, zuur, zout, bitter en umami? Volgens voedingsonderzoeker dr. Guido Camps (Wageningen University & Research) wordt hier veel onderzoek naar gedaan. Hij verwacht binnen 5 à 10 jaar vanuit de wetenschap een antwoord op deze vraag. Maar volgens hem denken de meeste smaakonderzoekers dat het antwoord “ja” wordt. Zo zijn er receptoren op de tong die reageren op vetzuren. Wel lijkt het erop dat de ene mens wat beter vet kan proeven dan de andere. En opvallend genoeg zijn mensen die wat heftiger reageren op vet gemiddeld genomen wat slanker, mogelijk doordat ze wat meer op vet letten.

VoedingNL congres

Het VoedingNL congres is een gezamenlijk initiatief van 5 organisaties op het gebied van voeding en gezondheid: Nederlandse Vereniging van Diëtisten, Diëtisten Coöperatie Nederland (DCN), Alliantie voeding in de Zorg, Nederlandse Academie van Voedingswetenschappen (NAV) en NVVL Network for Food Experts.

Gepubliceerd op 15 juni 2021

Door Angela Severs

Reageer op dit artikel

  1. Anke Kalisvaart 16 juni 2021 at 15:51 - Reply

    Interessant!
    Ik kan me ook voorstellen dat mensen die wat heftiger op vet reageren minder vet nodig hebben voor hetzelfde gevoel en daarom slanker zijn.

    • Beroep: Diëtist
  2. Harry Kanis 16 juni 2021 at 14:51 - Reply

    Dit is een gevaarlijk advies !!
    De langst levende bevolking ter wereld op het Japanse eiland Okinawa – met 5x zoveel 100-jarigen als in andere ontwikkelde landen – heeft de volgende Macronutrienten percentages.
    85% koolhydraten (uiteraard complexe met veel vezels), 9% eiwit en slechts 6% vet !
    Vet, met name verzadigd vet, is bijna een toxine voor de darmen en lever.
    De Australische research groep van Simpson en Raubenheimer heeft dit duidelijk aangetoond in diverse publicaties bij proefdieren en zo bleek dit ook te gelden voor Okinawans bij mensen. Zie ook hun boek bij Amazon.nl “Eten als Dieren’.

    • Beroep: -Selecteer beroep-
    • Indien anders: Arts-epidemioloog np
  3. Hinke kruizenga 16 juni 2021 at 07:21 - Reply

    Prachtige impressie. Dank!

    • Beroep: Diëtist

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.